- page 14-15

Haar personen hebben veel handen en ogen. ‘Met
handen beeld je uit en het doek moet kijken’, vond
Ans. ‘In al mijn tekeningen moet een oog zijn, die
tekening moet niet alleen bekeken worden, maar
moet zelf ook terug kunnen kijken. Anders zou
het niet eerlijk zijn.’ Karakteristiek voor haar werk
werden ook de één- of tweeregelige teksten onder
haar werk, soms verklarend, meestal mystificerend,
maar altijd poëtisch. Ze kon en/of wilde niet anders
dan in haar teksten en beelden haar eigen intuïtieve
en symbolische verhaal vertellen.
Ben ik een kunstenaar?
In alles ging Ans Wortel haar eigen gang.
Vrijmoedig, eigenwijs.‘Ben ik een kunstenaar?’ vroeg
zij zich eens af in een interview. ‘Toen ik acht was,
wist ik van wel en tot mijn dertigste was ik er bang
voor, probeerde het te onderdrukken enerzijds en
anderzijds erachter te komen wat men daaronder
kon verstaan. Dat laatste weet ik inmiddels en wat
ik eronder versta, wijkt daarvan grondig af. Nu ieder
jaar op allerlei kunstbeurzen de “vernieuwingen” in
de kunst aanwijsbaar zijn zoals nieuwigheidjes in
reclame en mode en het alleen om een shockerend,
extreem of modieus jasje schijnt te gaan, heb ik
liever dat je me geen kunstenaar meer noemt. Mijn
prijzen hoeven niet te stijgen, mijn waarden wel.’
Museale erkenning? Daar haalde zij haar schouders
over op; die had ze al gehad. Natuurlijk had die
erkenning haar veel gebracht, maar ‘normaal’
leven kon zij er niet van. Dat kwam pas toen zij
het commerciële galeriecircuit introk, daarbij vast
en zeker geholpen door een natuurlijk talent voor
omgang met de pers, van de serieuze opiniebladen
tot aan
Margriet
en
Privé
, met televisieoptredens
bij Sonja Barend en Ischa Meijer. Een beetje
slimme galeriehouder hield in de jaren daarna
exposities van Ans Wortel aan de vooravond van het
uitkomen van een nieuwe roman of dichtbundel
van haar. Grote opkomst verzekerd. Als zij daaruit
- met haar karakteristieke stemgeluid - had
voorgelezen, was de verkoop van haar gouaches
overweldigend. Maar even goed zocht en vond
zij de publiciteit als het ging om de ruim twintig
jaar martelende onzekerheid over een al dan niet
voortgezet verblijf in Kranenburgh, een vervallen
oud-burgemeesterswoning, haar toegezegd door een
vroegere burgemeester van het Noord-Hollandse
Bergen, tot ergernis van andere slecht behuisde en
jaloerse kunstenaars en om de brei heen draaiende
ambtenaren en politici in het kunstenaarsdorp.
Dan mocht ze blijven, dan moest ze er weer uit.
Uiteindelijk moest zij in 1991 vertrekken.
Explosief
Al met al werd Ans Wortel een gewild kunstenaar.
En terecht, merkte de eerder geciteerde Frans
Duister op. ‘Niet om redenen van sensatie, al is haar
opkomst en ontwikkeling als beeldend kunstenares
en dichteres zo te ervaren. Het lijkt nu heel
vanzelfsprekend dat zij de volle erkenning krijgt die
haar toekomt. Maar die vanzelfsprekendheid gaat
zij gelukkig binnen haar werk rigoureus uit de weg.
Het zit er niet in dat Ans Wortel versteent tot een
cliché of tot een maniertje. Dat zou in strijd zijn met
haar hele explosieve wezen.’ En dat zou tot aan haar
overlijden in 1996 zo blijven.
‘Een beetje slimme
galeriehouder hield in
de jaren daarna exposities
van Ans Wortel’
‘Ans Wortel neigt naar
geen enkele bestaande
groepering’
Eef de Weerd en Ans, 1952
Fotograaf onbekend, 1964
Fotograaf onbekend, 1974
Ans en haar ouders, 1936
Ans in Amsterdam © K.I.P.P.A., 1966
Zoon Pieter en dochter Nannetje, 1955
Zoon Eric en Ans, 1969
12
13
ANS WORTEL
De Ontdekking
1,2,4-5,6-7,8-9,10-11,12-13 16-17,18-19,20-21,