• Haar personen hebben veel handen en ogen. ‘Met handen beeld je uit en het doek moet kijken’, vond Ans. ‘In al mijn tekeningen moet een oog zijn, die tekening moet niet alleen bekeken worden, maar moet zelf ook terug kunnen kijken. Anders zou het niet eerlijk zijn.’ Karakteristiek voor haar werk werden ook de één- of tweeregelige teksten onder haar werk, soms verklarend, meestal mystificerend, maar altijd poëtisch. Ze kon en/of wilde niet anders dan in haar teksten en beelden haar eigen intuïtieve en symbolische verhaal vertellen.

    Ans Wortel, Bergen

    Ben ik een kunstenaar?

    In alles ging Ans Wortel haar eigen gang. Vrijmoedig, eigenwijs.‘Ben ik een kunstenaar?’ vroeg zij zich eens af in een interview. ‘Toen ik acht was, wist ik van wel en tot mijn dertigste was ik er bang voor, probeerde het te onderdrukken enerzijds en anderzijds erachter te komen wat men daaronder kon verstaan. Dat laatste weet ik inmiddels en wat ik eronder versta, wijkt daarvan grondig af. Nu ieder jaar op allerlei kunstbeurzen de “vernieuwingen” in de kunst aanwijsbaar zijn zoals nieuwigheidjes in reclame en mode en het alleen om een shockerend, extreem of modieus jasje schijnt te gaan, heb ik liever dat je me geen kunstenaar meer noemt. Mijn prijzen hoeven niet te stijgen, mijn waarden wel.’ Museale erkenning? Daar haalde zij haar schouders over op; die had ze al gehad. Natuurlijk had die erkenning haar veel gebracht, maar ‘normaal’

  • leven kon zij er niet van. Dat kwam pas toen zij het commerciële galeriecircuit introk, daarbij vast en zeker geholpen door een natuurlijk talent voor omgang met de pers, van de serieuze opiniebladen tot aan Margriet en Privé, met televisieoptredens bij Sonja Barend en Ischa Meijer. Een beetje slimme galeriehouder hield in de jaren daarna exposities van Ans Wortel aan de vooravond van het uitkomen van een nieuwe roman of dichtbundel van haar. Grote opkomst verzekerd. Als zij daaruit – met haar karakteristieke stemgeluid – had voorgelezen, was de verkoop van haar gouaches overweldigend. Maar even goed zocht en vond zij de publiciteit als het ging om de ruim twintig jaar martelende onzekerheid over een al dan niet voortgezet verblijf in Kranenburgh, een vervallen oud-burgemeesterswoning, haar toegezegd door een vroegere burgemeester van het Noord-Hollandse Bergen, tot ergernis van andere slecht behuisde en jaloerse kunstenaars en om de brei heen draaiende ambtenaren en politici in het kunstenaarsdorp. Dan mocht ze blijven, dan moest ze er weer uit. Uiteindelijk moest zij in 1991 vertrekken.

    ‘Ans Wortel neigt naar geen enkele bestaande groepering’

    Explosief

    Al met al werd Ans Wortel een gewild kunstenaar. En terecht, merkte de eerder geciteerde Frans Duister op. ‘Niet om redenen van sensatie, al is haar opkomst en ontwikkeling als beeldend kunstenares en dichteres zo te ervaren. Het lijkt nu heel vanzelfsprekend dat zij de volle erkenning krijgt die haar toekomt. Maar die vanzelfsprekendheid gaat zij gelukkig binnen haar werk rigoureus uit de weg. Het zit er niet in dat Ans Wortel versteent tot een cliché of tot een maniertje. Dat zou in strijd zijn met haar hele explosieve wezen.’ En dat zou tot aan haar overlijden in 1996 zo blijven.

    Bovenstaande tekst komt uit het boek “Ans Wortel” dat ter gelegenheid van de expositie in Museum “Jan van der Togt” is verschenen. Het bevat afbeeldingen van Ans Wortel en haar werk in de periode 1940-1996, evenals teksten, gedichten, interviews en citaten.
    bestel boek