kunstwerken 1970 -1979 waar de vergaarraten arriveren zonden ze de knagers vooruit met uitzicht op de langzaam zakkende zon de bladeren van de treurwilgen … de grijze massa die tussen ons en ons uitzicht vaart wij en de mannen onzer dromen en de draden die ons aan hen binden boven en buiten ons hoge hoofd waar ’t licht van donker ’n type voor tussen de wal en ’t schip als ’n wolk tussen de wolken van nevel en nacht terwijl je je voeten vangt en je hoofd in groen verliest en uit m’n herinneringen kwamen ze … de bloem die hij geeft, die bloem die hij houdt niet te verwaarlozen bewoners van ’t bananenland in de deur tussen avond en avond zonder titel zonder titel hoe dan ook, m’n kind moet hogerop de paren … hoe ze aan elkaar zijn gekluisterd waar moeder uit varen gaat … wat heeft ’n kind dat niet mag komen … het groene land waar we leven … zonder titel het hoofd van erop naar eronder dragen het overbodige oog boven het landschap … het beest met twee koppen … ’n kus voor je met de nachtstoet wegvaart met ’t kind dat maar niet komen wilde met ’n scheef oog voor al wat groeit in de huid van die als water zijn zoals de bodem en de bergen … om elkander te verdragen is meer nodig … blij dat er iemand met je komt spelen … “omdat ik ’n onbeschreven muur veel mooier vind” opgebouwd uit groen en stenen waar wij te licht worden bevonden komt dat omdat ons decor te zwaar is om je bij ’t vrijen niet te vergissen … de zon en ’t kind, landen waar ik ’t meest van houd in ’t laatste licht … wachtend op wat … lieve kleine ben je bang voor groter groeien, verder wordt je enkel kleiner … tussen de bodem en de lucht …